Verduurzaming van de eigen organisatie
Het energiesysteem van de toekomst faciliteert de ambities die Nederland heeft op onder meer economische groei, duurzaamheid en welzijn. We zijn ons bewust van de maatschappelijke impact die we als netbeheerder hebben. Daarom werken we al jaren aan ons MVO-beleid. Daar bouwen we nu op door waarbij het principe van 'brede welvaart' centraal staat.
In de duurzaamheidsverklaring in dit verslag geven we een uitgebreide verantwoording over onze materiële thema’s. In dit hoofdstuk gaan we in op het principe van brede welvaart en geven we meer achtergrondinformatie over thema's die daarmee samenhangen.
Sturen op brede welvaart
Brede welvaart betekent dat we in het nastreven van onze economische welvaart geen rekeningen meer doorschuiven naar latere generaties en andere continenten. Het streeft naar sociale verantwoordelijkheid (denk aan sociale cohesie, gezondheid en mensenrechten) en ecologische verantwoordelijkheid (biodiversiteit, grondstoffen en klimaat). Dit denken en handelen zit op veel plekken al stevig verankerd in onze organisatie. Afgelopen jaar hebben we gewerkt aan een integraal beleidskader Brede welvaart waar we onze doelstellingen en ambities voor de toekomst hebben samengebracht.
Brede welvaart gaat er vanuit dat we in het nastreven van economische welvaart geen rekeningen meer doorschuiven naar latere generaties en andere continenten.
Met brede welvaart bewaken we het tempo van de energietransitie en beloven we deze ecologisch en sociaal rechtvaardig vorm te geven. Hiervoor nemen we brede maatschappelijke impact mee in onze besluitvorming, stellen we duidelijke maatschappelijke doelen op klimaat, circulariteit en goed werkgeverschap en rapporteren we over de impact die wij maken. Door samen te werken kunnen we van elkaar leren en hopen we de vooruitgang op het gebied van brede welvaart te versnellen. Samen met andere netbeheerders hebben we in 2024 ingetekend op een samenwerking rond Sturen op brede welvaart. Hiervoor zijn meerdere werkstromen gedefinieerd, waaronder de ontwikkeling van brede welvaart-afwegingsinstrumenten, harmonisering van berekeningen en het opleiden van collega’s.
Alliander is in 2017 al gestart met het in beeld brengen van de impact op de samenleving aan de hand van zes 'kapitalen', en rapporteert daar jaarlijks over in het jaarverslag. De zes kapitalen zijn gebaseerd op de internationale richtlijnen voor geïntegreerd rapporteren (IIRC). Ze vormen tevens de basis van het Impact Weighted Account Framework (IWAF) voor het meten, rapporteren en sturen op impact. Dit framework is tevens het uitgangspunt in onze samenwerking met de infrabedrijven. De zes kapitalen vormen het vertrekpunt voor het komen tot beleid op brede welvaart. Het gaat om:
Financieel kapitaal.
Geproduceerd kapitaal.
Intellectueel kapitaal.
Menselijk kapitaal.
Sociaal kapitaal.
Natuurlijk kapitaal.
In het hoofdstuk Onze bijdrage aan brede welvaart kwantificeren we conform de zes kapitalen welke positieve en negatieve impact we met onze activiteiten hebben.
Samenhang met de CSRD
Er is een duidelijke verbinding tussen het beleidskader brede welvaart en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De CSRD verplicht Alliander om niet alleen te rapporteren op materiële thema’s maar vraagt duidelijke doelstellingen en heldere beleidscyclus. Het brede welvaart beleidskader wordt elk jaar geëvalueerd en aangepast. Alliander werkt momenteel aan een tweede uitgave van het beleidskader brede welvaart. Anders gezegd: de CSRD vraagt ons ambities te stellen, het beleid op brede welvaart vertelt hoe hoog die ambities zijn. Sinds dit verslagjaar brengen wij onze verantwoording in lijn met de vereisten uit de CSRD. Deze informatie is te vinden in onze duurzaamheidsverklaring in dit verslag.

Natuurlijk kapitaal: ondernemen binnen de grenzen van de planeet
De energietransitie verlaagt de druk op klimaatverandering en daarmee op onze natuur. Echter, een groeiende infrastructuur heeft een negatieve impact op natuurontwikkeling en biodiversiteit: het vraagt veel bouwactiviteiten, onttrekt grondstoffen, het doorkruist ecologische gebieden en kan natuurontwikkeling in de weg zitten.
Klimaatneutrale bedrijfsvoering
Alliander heeft mede dankzij groencertificaten een klimaatneutrale bedrijfsvoering. Dat betekent dat we per saldo over afgelopen jaar geen CO2 hebben uitgestoten met onze eigen bedrijfsvoering (scope 1 en 2). Dit hebben we de afgelopen jaren bereikt door op diverse vlakken stapsgewijs CO2-emissies te verminderen en te vergroenen. Ons wagenpark wordt steeds meer elektrisch, het energieverbruik van onze gebouwen daalt, we sturen op beperking en vergroening van onze netverliezen en we dringen elektriciteitsgebruik door IT-systemen terug. Daarnaast verminderen we onze ketengerelateerde CO2-emissies (scope 3). Dit zijn emissies bij onder meer onze leveranciers in het maken, transporteren en leveren van diensten en producten aan Alliander.
De verdere elektrificatie van ons wagenpark, voor personenvoertuigen en dienstvoertuigen, zet door en leidt tot verdere reductie van onze absolute CO2-emissies. We zien een opschaling van de elektrificatie bij de dienstbussen. In 2024 zijn we lid geworden van de Coalitie Anders Reizen, een verbond van bedrijven dat zich inzet voor verduurzaming van het zakelijk verkeer. In 2024 is gewerkt aan een nieuw mobiliteitsbeleid met duurzaamheid als één van de uitgangspunten.
CO2-reductie verankerd in bedrijfsvoering
Gezien de grote opgave van Alliander en de groei van het aantal medewerkers, blijft de verankering CO2-reductie in onze dagelijkse keuzes van groot belang. Hiervoor hebben we ten eerste onze interne CO2-prijs samen alle andere netbeheerders in 2023 verder verhoogd naar € 150 per ton CO2. Dit betekent dat energiebesparing hoger wordt geprioriteerd in onze besluitvorming. Ten tweede is in 2024 wederom niveau 5 op de CO2 Prestatieladder behaald. Uit de audit van dit jaar zijn verbeterpunten naar voren gekomen die we hebben weten te implementeren. De Prestatieladder is een toetsingskader dat ons helpt met het voldoen aan de SBTi en de kwaliteit van onze verantwoording in het kader van de CSRD. Bovendien zijn we hiermee een voorbeeld voor al onze ketenpartners van wie we hetzelfde vragen.
Ketenverantwoordelijkheid
De energietransitie vraagt een jaarlijks inkoopvolume van ongeveer € 2,6 miljard aan producten en diensten voor de totale bedrijfsvoering van Alliander. Dit loopt de komende jaren nog sterk op. Onze grootste inkoopvolumes betreffen: aannemerij, componenten, IT en de inkoop van energie. Onze maatschappelijke rol brengt met zich mee dat we op een maatschappelijk verantwoorde manier inkopen. We hebben als doelstelling om bij de inkoop van onderdelen, materialen en diensten altijd prijs, kwaliteit en duurzaamheid tegen elkaar af te wegen.
Samen met onze leveranciers beogen we een netto positieve bijdrage te realiseren aan verantwoorde productie en consumptie. Dit doen we door andere samenwerkingsvormen aan te gaan met onze leveranciers, innovaties uit de markt te halen en partnerships te starten. Inkoop vertaalt het aanbestedingsrecht, zoals transparant en non-discriminatoir handelen, in aanbestedingen. In onze aanbestedingen nemen we energieverbruik zo veel mogelijk mee in de gunningscriteria.
Convenant Schoon en emissieloos bouwen
Alliander steunt via Netbeheer Nederland de doelstellingen van het landelijk convenant Schoon en Emissieloos Bouwen. In ons werk voor TenneT onderzoeken we de haalbaarheid en consequenties van het convenant, dat uitgaat van emissieloos op CO2 en stikstof in 2028 voor alle voertuigen en het materieel. Dit doen we aan de hand van de uitbreiding van het onderstation Harderwijk.
CO2 in de keten
In 2024 is CO2-uitstoot en energiegebruik meegenomen in grote, aanbestedingsplichtige contracten. CO2 speelt vooral een rol bij energie gebruikende componenten, zoals transformatoren en kabels, en in de aannemerij. Bij aannemers vragen we vooral naar CO2-management en de bijdrage aan schoon en emissieloos bouwen en werken. Emissieloos in 2030 is daarbij het uitgangspunt.
Circulaire economie
Voor de realisatie van de energietransitie zijn veel (kritische) materialen nodig. Om zorgvuldig om te gaan met de beschikbare grondstoffen willen we de instroom, het gebruik en de uitstroom hiervan organiseren met oog voor de mens en de planeet. Door het toepassen van circulaire maatregelen besparen we op primaire grondstoffen en CO2. Daarbij verhogen we de beschikbaarheid van onze voorraden en kunnen we beter anticiperen op het onderhoud van oudere installaties, die nog niet vervangen kunnen of hoeven worden. Herinzet van materialen draagt bij aan de maakbaarheid van de energietransitie, verlaagt op langere termijn de kosten en vermindert de ecologische schade.
We onderzoeken per kwartaal onze progressie op herinzet en hoeveel we circulair inkopen. Circulair ingekocht bestaat uit het percentage gerecycled materiaal dat in de ingekochte producten is begrepen en het percentage materiaal dat recyclebaar is aan het eind van de levensduur. In 2024 hebben we 39% van onze kernassets circulair ingekocht. In de mix van componenten is het aandeel van circulair ingekochte transformatoren toegenomen.
In 2024 hebben we in samenwerking met de Gasunie en Enexis, dialogen georganiseerd op drie thema’s om precies te weten hoe we belemmeringen voor circulair ondernemen beter kunnen oplossen: circulaire kabels, ‘opvoeren’ van bestaande transformatoren en circulaire (kunststof) gasbuizen. Resultaten zijn beschreven in de rapportage van de samenwerkende partijen ‘Naar een Circulaire Energie Infrastructuur’.
Biodiversiteit
Als we infrastructuur, installaties en stations bouwen en aanleggen, moeten we ons houden aan de ruimtelijke voorwaarden in de Wet op natuurbescherming. Daarbij spannen we ons in om tijdens onze geplande operationele processen schade aan biodiversiteit te minimaliseren, dan wel te herstellen. In 2024 hebben we het besturingsmodel Biodiversiteit voor netwerkbedrijven gelanceerd. Hiermee vergaren we inzicht en overzicht, om van daaruit te beginnen met sturen op verbetering. Het besturingsmodel is vooral gericht op de daadwerkelijke veranderingen die een organisatie zou kunnen maken en welke bedrijfsonderdelen daarvoor aan de lat staan. Daarnaast hebben we in mei de eerste versie van onze eigen Inspiratiegids Biodiversiteit gelanceerd. De gids biedt een overzicht van maatregelen die zich in de praktijk al bewezen hebben en kan als opmaat dienen voor nieuw Allianderbeleid. In 2024 is biodiversiteit meegenomen in de belangrijkste contracten voor terreinbeheer en onderhoud en is de pilot voor anders maaien in schakeltuinen afgerond. De proef die is gehouden in samenwerking met de Vlinderstichting heeft aangetoond dat door het afvoeren van maaisel de hoogte van de vegetatie afneemt en de biodiversiteit in planten en insecten toeneemt. Dit geeft de mogelijkheid het aantal maaibeurten op termijn te verminderen.

Groene obligaties
In 2024 heeft Alliander op verschillende momenten groene obligatieleningen uitgegeven. De opbrengst van een ‘groene’ obligatielening mag alleen besteed worden aan projecten die bijdragen aan een beter milieu en het behalen van de klimaatdoelen.
Sociaal en menselijk kapitaal
In 2024 gaven we verder vorm aan onze bijdrage aan het ‘sociaal en menselijk kapitaal’ van Alliander. Dit hebben we vertaald in vier sporen:
Al het beleid dat we maken op diversiteit en inclusie, en voor de gezondheid, vitaliteit en welzijn van onze eigen medewerkers.
Ons beleid op het gebied van het welzijn van medewerkers in onze ketens. Hiervoor is een risicoanalyse uitgevoerd voor onze belangrijkste ketens.
Het thema energie-armoede. In 2024 hebben we onderzocht welke scenario ten aanleiding van ons afsluitbeleid de meeste maatschappelijke waarde oplevert. Dit heeft geresulteerd in een pleidooi voor laat-signalering en een intensievere samenwerking met de energiebank, een platform met een enorm bereik in Nederland via vele energie-coaches.
De sociale impact van ons werk in buurten. We ontwikkelden nieuwe denkrichtingen voor een grotere betrokkenheid. Om dit te bekrachtigen plaatsten we in de gemeente Arnhem een transformatorhuisje met een picknicktafel om duidelijk te maken dat er veel transformatorhuisjes bij gaan komen en dat we altijd in gesprek willen blijven over de bedoeling en de ruimtelijke impact van de energietransitie.