Hoe het energiesysteem verandert

In 2050 wil Nederland klimaatneutraal zijn. Om dat te halen, zijn we bezig ons energiesysteem op een andere manier in te richten. Hoe het energiesysteem er in 2050 uit ziet, hangt onder meer af van hoe de samenleving zich ontwikkelt en van hoe en waar energie opgewekt en gebruikt wordt. Bovendien wordt het beïnvloed door mondiale energieprijzen, geopolitieke verhoudingen tussen landen en de mate waarin we als land zelfvoorzienend willen zijn. Dit alles heeft invloed op bijvoorbeeld hoeveel energie we importeren, hoeveel we zelf willen en kunnen opwekken, en welke infrastructurele aanpassingen dit op welke plekken vraagt.

Elektrificatie van de samenleving

De vraag naar energie verandert en met name de vraag naar elektriciteit neemt toe. Elektriciteit heeft vandaag de dag een aandeel van circa 18% in het totale energiegebruik van Nederland. Richting 2050 loopt dit verder op, naar verwachting tot boven de 50%. We nemen immers niet alleen afscheid van kolen- en gascentrales voor elektriciteitsproductie, maar ook van transportbrandstoffen en aardgas voor warmte-toepassingen. Die energiebronnen zullen verduurzamen en grotendeels elektrificeren.

Elektriciteit heeft vandaag de dag een aandeel van circa 18% in het totale energiegebruik. Richting 2050 loopt dit verder op naar boven de 50%.

Een complicerende factor is dat duurzame elektriciteitsproductie sterk weersafhankelijk is. Hierdoor is het niet altijd beschikbaar. Hierdoor is meer Europese interconnectie, meer demand response en meer opslag nodig. In het veranderende energiesysteem is nog veel méér opwekcapaciteit nodig dan nu. Het is nodig om olie en gas te vervangen, om energie te maken in periodes waarin er veel aanbod is, en om vanuit opslag te gebruiken in periodes met minder aanbod. Zo compenseren de momenten mét zon en wind de momenten zonder. Het resultaat van deze optelsom dat de decentrale opwekcapaciteit van elektriciteit hierdoor richting 2050 nog kan vervijfvoudigen ten opzichte van nu.

Ontwikkelingen zijn volop gaande. En ze gaan veel sneller dan dat netuitbreidingen kunnen worden gerealiseerd. Na grote bedrijven moeten nu tevens kleine bedrijven en consumenten steeds vaker langer wachten op een aansluiting of verzwaring. Dat heeft grote impact op de samenleving, waaronder de woningbouwopgave, de verduurzaming van Nederland en de economie. De versnelling van de ontwikkeling en verduurzaming van Nederland staat hiermee onder druk.

Verandering in gedrag van iedereen

Doordat het weer de beschikbaarheid van energie gaat bepalen, zullen prijzen binnen de dag en tussen de seizoenen veel meer gaan fluctueren. Klanten zullen daarop in willen spelen, om de energiekosten zo laag mogelijk te houden. Dus soms heel veel gebruiken, en soms juist weer terug leveren. Die vraag- en aanbod pieken zullen nog veel groter zijn dan vandaag de dag. We zijn niet in staat om de vraag naar transportcapaciteit betaalbaar te voorzien op alle plekken. We hebben al gesteld: het systeem van 24/7 onbeperkte volledig gegarandeerde transportcapaciteit overal in Nederland is niet houdbaar.

Een systeemomslag is nodig om een betaalbare transitie mogelijk te maken. Deze systeemomslag bevat zowel gedragsveranderingen van alle netgebruikers maar ook systeemkeuzes een verandering van marktinrichting.

  • Het voorkomen van disproportioneel hoge transportbehoeftes door een duurzaam energiesysteem dat gefocust is op maximale beschikbaarheid van elektriciteit, warmte en (duurzaam) gas, ook op momenten van beperkte hernieuwbare opwek.

    • De verhoogde volatiliteit van hernieuwbare opwek vereist flexibeler gedrag, zowel van groot- en kleinverbruik, om de kosten en de transportbehoeftes te beperken.

    • Aanbod en vraag kunnen we met gericht beleid beter dichtbij elkaar ontwikkelen. Daarbij moeten we integraal onderzoeken welke energieoplossing het meest effectief is, zoals waterstof voor hoge temperatuur-warmte(industrie) en warmtenetten in de gebouwde omgeving waar weinig ruimte is voor warmtepompen.

  • Betere benutting van het net door verandering van gedrag en verandering in het denken over de 24/7 beschikbaarheid van energie.

    • Huishoudens verbruiken zoveel mogelijk opgewekte stroom van zon-op-dak en benutten overcapaciteit voor het opladen van auto's en warmtebuffers. Daarnaast zijn huishoudens meer energiebewust, met name op de piekmomenten, en investeren in energiebesparende maatregelen (c.q. worden ontzorgd door overheden of marktpartijen bij het treffen van die maatregelen).

    • (Nieuwe) bedrijvigheid met grote energievraag positioneert zichzelf dichtbij bijvoorbeeld aanlandingslocaties van wind-op-zee.

    • Bedrijven door het hele land investeren in flexibiliteit en conversie (zoals warmtebuffers en waterstof), om zo maximaal in te spelen op de momenten dat energie in overvloed en goedkoop aanwezig is.

    • Bedrijven zien het daarnaast als hun maatschappelijke plicht om zuinig met energie om te gaan en door flexibiliteit meer ruimte op het net te creëren voor anderen.

    • Het transportnetwerk voor elektriciteit is niet meer het resultaat van 'bottom-up' verzoeken, maar een ontworpen systeem waarbij infrastructuuruitbreiding enkel plaatsvindt op plekken waar de maatschappelijke waarde groot genoeg is. Dit in afstemming met maatschappelijke, ruimtelijke inrichtingskeuzes en gebaseerd op vooruitzien in lange termijnen.

Huishoudens moeten geholpen worden meer energiebewust te worden, met name op de piekmomenten, en te investeren in energiebesparende maatregelen.