Verduurzaming versnelt  

Jaarlijks sluiten we meer windmolens en zonneparken aan op het elektriciteitsnet. Daarnaast kloppen producenten van groen gas steeds vaker bij ons aan voor aansluitingen om duurzaam gas te kunnen invoeden op het aardgasnet. In 2024 zagen we wederom een toename van het aantal door de consument bij ons geregistreerde aansluitingen met een actieve terugleverinstallatie in ons verzorgingsgebied van ruim 973.000 naar ruim 1.077.000 (+11%). Door onder andere gestegen onzekerheid over toekomstige opbrengsten laat de groeitrend wel een afvlakking zien. Congestie en het onder druk staan van de businesscase zijn de belangrijkste oorzaken hiervan. 

Aantal klanten met duurzame opwek

Doelmatige investeringen in een klimaatneutraal systeem

De verduurzaming van onze energiehuishouding vergt vaak flinke investeringen die worden terugverdiend met een lagere energierekening. Zo reduceren we CO2-emissies en wordt onze economie minder afhankelijk van geïmporteerde energie. Maar investeren we genoeg om de doelen voor de lange termijn te halen? Om die vraag te beantwoorden heeft SEO Economisch Onderzoek in opdracht van onder meer Alliander in 2024 een onderzoek gepubliceerd waarin het bureau heeft geïnventariseerd hoeveel investeringen er in 2023 zijn gedaan in de energietransitie. Daarnaast is gekeken of dat voldoende is richting een klimaatneutraal energiesysteem in 2050. Uit het onderzoek blijkt dat er in 2023 zo’n € 25 miljard aan investeringen zijn gedaan in verduurzaming, bijna 12% van de totale investeringen in bijvoorbeeld installaties, voertuigen en fabrieken. Bedrijven nemen met € 14 miljard het merendeel voor hun rekening, gevolgd door netbeheerders (€ 7 miljard) en huishoudens (€ 4 miljard). Dit is ruwweg in lijn met de huidige indicaties van de investeringen die op korte termijn jaarlijks nodig zijn om onze energie- en klimaatdoelen voor de lange termijn in beeld te houden. 

Daarbij moeten we wel de kanttekening plaatsen dat de makkelijkste fase van deze transitie inmiddels voorbij is. Die bestond uit verduurzaming van voor de hand liggende aspecten van ons energiegebruik (zoals het uitzetten van energiecentrales als het zonnig is). De komende jaren moeten de investeringen verder omhoog voor een ingrijpende systeemverandering: in de productie van energie, in hoe we onze netten gebruiken, hoe energiegebruikers veel actiever gaan deelnemen aan het systeem. We werken aan een actualisatie van onze Energievisie. Daarin onderzoeken we de knelpunten in de transitie-investeringen in de markt en bij klanten.

Duurzame ontwikkeling in ons verzorgingsgebied

Opgesteld vermogen zonne-energie

8.247

MW

+12,0%

t.o.v. 2023

7.362 MW in 2023

Opgesteld vermogen windenergie

1.830

MW

+0%

t.o.v. 2023

1.824 MW in 2023

Ingevoede hoeveelheid groen gas

82

miljoen m3

+9,3%

t.o.v. 2023

75 miljoen m3 in 2023

Aantal publieke laadpalen

19.758

+18,7%

t.o.v. 2023

16.648 in 2023

Elektrificatie van mobiliteit 

Het aantal elektrische voertuigen blijft groeien. Van de ruim 380.000 nieuwe personenauto's die in 2024 in Nederland zijn geregistreerd, was dik één op de drie een volledig elektrische. Alhoewel de subsidies afgebouwd worden, verwachten wij dat het aantal elektrische auto’s en de vraag naar laadvoorzieningen blijft toenemen. Om al deze auto’s te kunnen laden moet het principe van netbewust laden verplicht worden op alle publieke en thuislaadpalen. De essentie hiervan is dat het opladen van elektrische auto’s geen significante bijdrage levert aan de piekbelasting van het elektriciteitsnet doordat alleen binnen de capaciteitsgrenzen van het elektriciteitsnetwerk wordt geladen.

Planmatig samenwerken aan gebiedsgerichte netuitbreiding

De snelle groei van elektrificatie is moeilijk voor ons als netbeheerders: het betekent dat wij overal aan de slag moeten, maar dat kan niet. Daarom roepen wij overheden op om meer regie te nemen op deze ontwikkeling en het planmatiger aan te pakken. Wij noemen dat energieplanologie. Hiertoe werken we in het proces van integraal programmeren samen met verschillende overheden. In alle provincies is een Energievisie en pMIEK (Provinciaal Meerjarenprogramma’s Infrastructuur Energie en Klimaat) vastgesteld. Met de gemeenten in ons verzorgingsgebied werken we samen op de wijkgerichte keuzes rond de warmteoplossingen.  

Ook is samenwerking nodig om de uitvoering structureel naar een hoger plan te krijgen. Dit soort vormen van samenwerking zijn cruciaal om de energietransitie te versnellen en om te zorgen dat de energie-infrastructuur aansluit bij de ruimtelijke en sectorale ontwikkelingen, zoals woningbouw, industrie, mobiliteit en landbouw. Volgend op de Nationale Uitvoeringsagenda voor Regionale Infrastructuur sloten wij in 2024 het Uitvoeringsakkoord met onze samenwerkingspartners. 

Nieuwe contractvormen door hoge en volatiele energieprijzen 

De hoge energieprijzen en het groeiende aandeel duurzame opwek leiden tot grote prijsverschillen voor elektrische energie gedurende de dag. Dit raakt een deel van onze klanten en biedt kansen om hierop in te spelen. De grote prijsverschillen jagen de inzet van flexibiliteit en daarmee behoefte aan nieuwe contractvormen aan. We zagen een groei van de populariteit van de thuisaccu.

Het aantal huishoudens met een dynamisch energiecontract steeg. Dit zijn contracten met uurprijzen die een dag van tevoren via de leveranciers worden vastgesteld. Voor klanten die beschikken over flexibiliteit zoals elektrische boilers, elektrische auto’s of thuisbatterijen zijn deze contracten extra interessant. De stijging van het aantal dynamische prijscontracten is mogelijk het begin van een toekomstige trend die in potentie een groot effect kan hebben op onze netbelasting.

Buurtanalysetool verbeterd

Om gemeenten en woningcorporaties goed te ondersteunen kunnen zij gebruikmaken van onze Buurtanalysetool. De Buurtanalysetool geeft inzicht in de gas- en elektriciteitsnetten, de capaciteit, ouderdom en de materialen. Verder zijn per wijk de verwachte (niet direct klantgerelateerde) middenspanningsstations weergegeven. Hiermee krijgen gemeenten en woningcorporaties direct inzicht in de netsituatie. In 2024 hebben we verschillende verbeteringen in de tool aangebracht. Zo testen we samen met gemeenten een nieuwe functie om gemakkelijker geschikte plekken te vinden voor nieuwe middenspanningsruimtes. Daarnaast is nu gemakkelijker te zien of de mogelijkheden in een wijk passen bij de ambities die een gemeente heeft op het gebied van woningbouw. Door in een heel vroeg stadium al terug te koppelen aan de gemeente of de ambities waarschijnlijk passen op een onderstation kan de gemeente hierop sturen.

Van de ruim 380.000 nieuwe personenauto's die in 2024 in Nederland zijn geregistreerd, was dik één op de drie een volledig elektrische.

Toekomstbestendige warmtevoorziening

De overgang naar een alternatieve, duurzame warmtevoorziening raakt alle bedrijven, consumenten, gebouweigenaren en overheden in ons verzorgingsgebied. Het kiezen van nieuwe warmteoplossingen is niet eenvoudig en steeds vaker is de beschikbaarheid van de infrastructuur van grote invloed. De keuzes die gemaakt worden zijn nu al van grote invloed op de netcapaciteit op het laagspanningsnet. Bij grootschalige verduurzaming voorzien wij ook op de hogere netvlakken problemen. 

Isoleren is de eerste stap 

Het terugbrengen van het energiegebruik is een cruciale stap in de transitie naar een duurzaam energiesysteem. Al in 2023 heeft het Rijk extra middelen beschikbaar gesteld voor maatregelen die energiebesparing stimuleren en de energierekening voor huishoudens en bedrijven betaalbaar houden. Daarmee worden we minder afhankelijk van andere landen en raakt het stroomnetwerk niet overvol. Dit is belangrijk: isoleren is een cruciale bouwsteen om het energieverbruik van gebouwen terug te brengen. Het merendeel van de energie in de gebouwde omgeving is immers nodig voor verwarming van onze huizen en panden in de winter. Het terugbrengen van de energievraag leidt verder tot lagere piekbelasting van de netten en dat is cruciaal.

Warmtepompen en elektrische oplossingen

De vraag naar elektrische oplossingen is sterk gestegen. In de gebouwde omgeving zien we dat bijvoorbeeld aan de stijging van het aantal geïnstalleerde warmtepompen. Door een beleidswijziging is er wel sprake van een terugval in de warmtepompenmarkt.