Dubbele materialiteitsanalyse
Bedrijven die op basis van de CSRD moeten rapporteren, dienen hiervoor een 'dubbele materialiteitsanalyse' uit te voeren. Dit is nodig om vast te stellen welke duurzaamheidskwesties voor de organisatie en haar stakeholders het belangrijkst zijn. De dubbele materialiteitsbeoordeling bepaalt hiermee de reikwijdte van de duurzaamheidsrapportage van de organisatie. In de afgelopen jaren vormden onze materiële thema’s het fundament voor deze bepaling. In 2023 hebben we voor het eerst een brede themabeoordeling gedaan op dubbele materialiteit aan de hand van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).
Voor het verslag over 2024 hebben we onze dubbele materialiteitsanalyse verder in lijn gebracht met de CSRD en de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Hierbij hebben we dankbaar gebruikgemaakt van onze ervaringen van vorig jaar, de dialoog over materialiteit met collega’s en experts, netwerkbijeenkomsten en een peer review. Voor een uitgebreide beschrijving van methodologie en het DMA-proces verwijzen we naar het onderdeel ‘Het DMA-proces in stappen’.
Inside-out en outside-in
Voor de dubbele materialiteitsanalyse van 2024 hebben we alle ESRS-(sub)thema’s en onze bedrijfsspecifieke onderwerpen beoordeeld op onze impact op mens, milieu en maatschappij (inside-out). De bedrijfsspecifieke onderwerpen zijn afgestemd op en uitgewerkt binnen de relevante ESRS-(sub)thema’s. We hebben geïdentificeerd en beoordeeld wat de huidige en potentiële impact op mensen en het milieu is. Aansluitend hebben we beoordeeld welke risico’s en/of kansen elk (sub)thema kan genereren voor de bedrijfsvoering van Alliander. Deze analyse van risico’s en kansen vormt de basis voor de beoordeling van de financiële impact van ESRS-thema’s op onze organisatie (outside-in). Indien een ESRS-thema tenminste op één van beide dimensies materieel scoort, hebben we dat thema bestempeld als materieel voor Alliander.
Impact, risico’s en kansen in de waardeketen
Behalve voor onze eigen operatie hebben we voor de relevante onderwerpen ook de impacts, risico's en kansen van thema’s in onze waardeketen beoordeeld. Het gaat hierbij zowel om aan Alliander leverende partijen (upstream) als om stakeholders waarvoor wij de aanleverende partij zijn (downstream). De waardeketenbeoordelingen in dit verslag zijn gebaseerd op interne kennis en ketenanalyses en richten zich voornamelijk op onze eerstelijnsleveranciers. Dit is vooral het geval bij het beoordelen van impacts, risico's en kansen met betrekking tot Werknemers in de waardeketen (S2), Klimaat (E1) en Circulariteit (E5).
Stakeholderbetrokkenheid bij de DMA
Stakeholders zijn partijen die op Alliander van invloed kunnen zijn of op wie Alliander van invloed kan zijn. Alliander onderscheidt drie kernstakeholdergroepen en een divers veld van maatschappelijke stakeholders daaromheen.
Onze activiteiten in en met stakeholders vormen een gegronde basis voor het beoordelen van de impacts, risico's en kansen die voor hen en voor ons materieel zijn.
Doorontwikkeling van de DMA
We zijn van mening dat onze dubbele materialiteitsanalyse een waarheidsgetrouw beeld geeft van onze materiële thema’s en hun impacts, risico’s en kansen. Tegelijkertijd blijven onze due-diligenceprocessen doorlopen en kunnen zij aanleiding geven tot mogelijke aanpassingen op basis van nieuwe strategieën, activiteiten, gewijzigde processen en activiteiten die ook relevant zijn voor stakeholders. De komende jaren zullen we ons DMA-proces en onze methodologie verder verfijnen, zeker als nieuwe inzichten of implementatierichtlijnen zoals sectorspecifieke standaarden hiervoor aanleiding geven. Dit betekent dat onze dubbele materialiteit in de toekomst kan veranderen, maar ook dat onze duurzaamheidsverklaring mogelijk niet elke impact, elk risico en elke kans bevat die individuele stakeholders(groepen) belangrijk vinden.
Materieel |
Niet-materieel |
Klimaatverandering (E1) |
Verontreiniging (E2) |
Circulaire economie (E5) |
Water en marine hulpbronnen (E3) |
Eigen personeel (S1) |
Biodiversiteit en ecosystemen (E4) |
Werknemers in de waardeketen (S2) |
Getroffen gemeenschappen (S3) |
Consumenten en eindgebruikers (S4) |
|
Zakelijk gedrag (G1) |
Het resultaat van onze dubbele materialiteitsanalyse hebben we samengevat in bovenstaande materialiteitstabel. Tussen haakjes staat de ESRS aangeduid, waarop het thema betrekking heeft. De thema’s Klimaatverandering (E1), Circulaire economie (E5), Eigen personeel (S1), Werknemers in de waardeketen (S2), Consumenten en eindgebruikers (S4) en Zakelijk gedrag (G1) zijn zowel vanuit impact perspectief als vanuit financieel perspectief materieel. Dat is logisch, aangezien deze thema’s nauw samenhangen met onze strategische prioriteiten voor energietransitie, een duurzame energievoorziening, energiezekerheid voor onze klanten en de communicatie en informatie richting onze klanten. De thema’s Verontreiniging (E2), Water en marine hulpbronnen (E3), Biodiversiteit en ecosystemen (E4) en Getroffen gemeenschappen (S3) zijn vanuit impact perspectief en/of financieel perspectief niet materieel.
We hebben onze activa en bedrijfsactiviteiten niet gescreend op daadwerkelijke en potentiële impactrisico’s in onze eigen operatie en de waardeketen met betrekking tot verontreiniging, water- en mariene hulpbronnen en biodiversiteit en ecosystemen. Ook hebben wij geen overleg gevoerd met getroffen gemeenschappen over deze onderwerpen. Wel hebben wij met interne materiedeskundigen over deze onderwerpen gesproken.
Het DMA-proces in stappen
Stap 1: identificatie, herzien en validatie van relevante aspecten en thema’s
Om de materiële onderwerpen vast te stellen, is het essentieel alle mogelijke thema’s in ogenschouw te nemen. Hiervoor hebben we de lijst met ESRS-(sub)thema’s vergeleken met de materiële onderwerpen uit ons jaarverslag 2023. Ook hebben we een diversiteit aan bronnen geraadpleegd, zoals:
Een peer review van thema’s uit jaarverslagen van andere Nederlandse netbedrijven
Het Alliander Trendrapport 2023
De Alliander strategie
De risico-analyse van Alliander
Ook zijn meer specifieke gegevens gebruikt die nader inzicht geven in de potentiële omvang van impactthema’s. Bijvoorbeeld brondata als CO2-voetafdruk, ketenanalyses en managementrapportages. Bezien is in welke mate ESRS-thema’s gerelateerd zijn aan onze activiteiten, in het bijzonder de distributie van elektriciteit, gas, warmte, onze werkzaamheden aan de infrastructuur en ondersteunende processen als gebouwbeheer, inkoop, materiaalbehoefte en energiemanagement. Daarnaast hebben we gekeken naar specifieke activiteiten van dochterbedrijven zoals Telecom en hoogspanning en engineering van Qirion. Ook die zijn in hoge mate verbonden met de impact van de organisatie.
Materiedeskundigen
Per ESRS-thema hebben gesprekken met interne materiedeskundigen plaatsgevonden. Deze materiedeskundigen zijn betrokken bij maatschappelijk verantwoord ondernemen of deskundig op ESG-onderwerpen. Met hen hebben we de geïnventariseerde thema’s onderzocht op relevantie, de keuzes en acties die Alliander op het thema heeft ontwikkeld en hoe Alliander op het thema georganiseerd is.
Stap 2: bepaling van impacts, risico's en kansen
Om de mate van materialiteit te bepalen hebben we voor alle materieel geachte thema’s de actuele en/of potentiële impacts, risico's en kansen bepaald. Hierbij hebben we nadrukkelijk stilgestaan bij de factoren die voor Alliander als energienetbeheerder leiden tot mogelijk specifieke impact of een verhoogd risico op impact. Denk hierbij aan de impact die voortkomt uit de versnelling van de energietransitie: die is aanleiding voor een sterke groei van de benodigde arbeidscapaciteit en materialen voor het energienetwerk en brengt extra druk op de werkzaamheden mee. Dit genereert in potentie extra impact op de veiligheid tijdens het werk en legt een groter beslag op benodigde grondstoffen.
Deze impacts werken verder door bij partners in de ketens met wie we verbonden zijn. Denk hierbij aan zakelijke relaties, zoals leveranciers, en aan partners die uitbesteed werk uitvoeren. Tegelijkertijd leidt de energietransitie tot risico’s en kansen voor Alliander zoals reputatie-effecten en de kans om het werk, ook met ketenpartners, duurzamer en efficiënter te organiseren. De thema’s hebben we conform de ESRS-richtlijnen langs verschillende dimensies beoordeeld:
Schaal - hoe groot is de (potentiële) impact, zowel negatief als positief, na mitigerende maatregelen.
Scope - hoe wijdverspreid doet de impact zich voor, op basis van parameters zoals percentage van de locaties, percentage groep werknemers of financiële uitgaven.
Herstelbaarheid - is de negatieve impact te herstellen in termen van fysieke mogelijkheid, kosten en met welke tijdshorizon.
Waarschijnlijkheid - wat is de kans, zowel negatief als positief.
Financiële materialiteit
Risico's en kansen zijn vanuit het Alliander-risicoraamwerk gewogen in het licht van de financiële consequenties die thema's kunnen hebben voor de organisatie. Deze weging betreft een kwalitatieve inschatting. Hoewel deze is gebaseerd op de best beschikbare inzichten, is er geen sprake van absolute zekerheden. Langs de lijnen van het risicomodel zijn de thema's gescoord op het financieel effect inclusief de herstelbaarheid van de impact alsmede op de waarschijnlijkheid dat het risico of de kans zich voordoet. Inschatting en beoordeling van de thema's leidt tot een classificatie naar financiële impact. Deze varieert tussen – in potentie – (zeer) laag en medium tot (zeer) hoog. De financiële impact is steeds beoordeeld voor de korte (tot 1 jaar), middellange (1 - 5 jaar) en lange termijn (meer dan 5 jaar).
Waarschijnlijkheid - wat is de kans op de impact, het risico of de kans.
Financieel effect - hoe groot zijn de (potentiële) financiële kosten en opbrengsten.
Een overzicht van al onze gedefinieerde impacts, risico’s en kansen per ESRS-thema is te vinden aan het eind van dit hoofdstuk.
Overigens kunnen de gedefinieerde risico’s en kansen een materieel effect hebben op de financiële positie, het nettoresultaat en de kasstromen van Alliander. Daarbij bestaat altijd een inherent risico op een materiële aanpassing in de volgende verslaggevingsperiode inzake de boekwaarde van activa en verplichtingen.
Stap 3: bepalen van materialiteit
Na gesprekken met de interne materiedeskundigen heeft de werkgroep CSRD de materialiteit bepaald van de impacts, risico’s en kansen. De bepaling van materialiteit is op kwalitatieve wijze uitgevoerd binnen de CSRD-werkgroep. Daarbij is rekening gehouden met alle aanwezige kennis en de historie van Alliander op het gebied van duurzaamheid. Waar impact als materieel is aangemerkt, wordt deze gerapporteerd voor het desbetreffende onderwerp.
Voor risico’s en kansen hebben wij de waarschijnlijkheid en het financieel effect beoordeeld op basis van het risicoraamwerk van Alliander. Aan de hand van de uitkomstenscores op de twee benoemde dimensies hebben we de thema’s ingedeeld in de eerder getoonde materialiteitstabel.
Stap 4: validatie van relevantie voor stakeholders
Als onderdeel van de materialiteitsanalyse hebben we op diverse momenten stakeholders gevraagd naar hun mening, zowel in groepsverband (panel) als in interviews. De uitkomsten hebben we toegepast in de definitieve weging van de thema's.
Bij de voorbereiding van het jaarverslag hebben we intern inhoudelijke experts betrokken uit zowel de bedrijfsonderdelen als expertfuncties. Door hun veelvuldige contacten met de belangrijkste belanghebbenden hebben zij zicht op de belangen en standpunten van stakeholders bij maatschappelijke thema’s.
In aanwezigheid van leden van de RvB bespreken we elk jaar in december met een panel van maatschappelijke actoren de thema’s en opgaven van Alliander en hoe die uitgewerkt worden in het conceptjaarverslag. In voorbereiding hierop vragen we de panelleden een reactie te geven op de materieel bevonden thema’s.
We hebben maatschappelijke thema’s besproken in interviews met vertegenwoordigers van de belangrijkste stakeholdergroepen. De inbreng en opvattingen van de stakeholders zijn meegenomen in de uiteindelijke materialiteitsbepaling door Alliander.
De stakeholders bevestigden het beeld van de materiële thema's. Wel wordt aanvullend soms specifiek naar onderwerpen gewezen of gevraagd en is aangegeven dat het onderscheid tussen laag- en hoog-materiële onderwerpen aandacht verdiende. De uitkomst van de materialiteitsanalyse en de scores zijn samengebracht in een concept-materialiteitsoverzicht. Er zijn geen impacts, risico's en kansen die specifiek door de OR of de RvC zijn aangedragen.
De uitkomsten van de analyse en de materialiteitstabel zijn intern besproken en beschikbaar gesteld aan de RvB en de RvC. De lijst met kernthema’s en subthema’s is besproken en geaccordeerd door de RvB. Er is onder meer geconcludeerd dat de onderwerpen waarmee Alliander de meeste impact heeft of kan hebben ook overeenkomen met de belangrijkste, strategische, opgaven waar Alliander zich voor inzet.
Stap 5: plaatsen van thema’s in de materialiteitstabel
De combinatie van de inside-out- en outside-in-impact laat zien welke invloed thema's hebben op het maatschappelijk presteren van Alliander en bepaalt daarmee de materialiteit binnen het jaarverslag. De materialiteitstabel eerder in dit hoofdstuk geeft een overzicht van de materiële en niet-materiële onderwerpen voor de duurzaamheidsverklaring van Alliander.
Thema's
Dit zijn de thema’s in de materialiteitstabel die in de ogen van stakeholders onderscheidend zijn en impact hebben op de maatschappij en op Alliander, dus op basis van dubbele materialiteit. Deze thema’s staan in de linker kolom en worden uitgebreid behandeld in de duurzaamheidsverklaring. Andere thema's staan in de rechter kolom van de tabel en zijn niet materieel. Dit betekent dat ze weinig of nauwelijks impact hebben.
(Sub-)subthema's
Thema’s kunnen op grond van de ESRS-uitwerking bestaan uit meerdere (sub-)subthema's. De volgende tabel geeft een totaalbeeld van materiële thema’s en (sub-)subthema's:
Materieel ESRS-thema |
Subthema |
Sub-subthema |
||
E1 Klimaatverandering |
▪ |
Klimaatmitigatie |
||
▪ |
Klimaatadaptatie |
|||
▪ |
Energie |
|||
E5 Circulaire economie |
▪ |
Materiaalinstromen, inclusief materiaalgebruik |
||
S1 Eigen personeel |
▪ |
Arbeidsvoorwaarden |
▪ |
Baanzekerheid |
▪ |
Collectieve onderhandelingen, incl. CAO-dekkingsgraad werknemers |
|||
▪ |
Werk-privébalans |
|||
▪ |
Veiligheid en gezondheid |
|||
▪ |
Gelijke behandeling en gelijke kansen voor iedereen |
▪ |
Gendergelijkheid en gelijke beloning bij gelijkwaardig werk |
|
▪ |
Opleiding en ontwikkeling vaardigheden |
|||
▪ |
Werkgelegenheid voor en inclusive van mensen met een beperking |
|||
▪ |
Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer |
|||
▪ |
Diversiteit |
|||
S2 Werknemers in de waardeketen |
▪ |
Arbeidsvoorwaarden |
▪ |
Baanzekerheid |
▪ |
Werktijden |
|||
▪ |
Leefbaar loon |
|||
▪ |
Werk-privébalans |
|||
▪ |
Veiligheid en gezondheid |
|||
▪ |
Gelijke behandeling en gelijke kansen voor iedereen |
▪ |
Gendergelijkheid en gelijke beloning bij gelijkwaardig werk |
|
▪ |
Opleiding en ontwikkeling vaardigheden |
|||
▪ |
Werkgelegenheid voor en inclusieve van mensen met een beperking |
|||
▪ |
Maatregelen tegen geweld en intimidatie op de werkvloer |
|||
▪ |
Andere arbeidsrechten |
▪ |
Kinderarbeid |
|
▪ |
Gedwongen arbeid |
|||
S4 Consumenten en eindgebruikers |
▪ |
Impact op informatie voor consumenten en/of eindgebruikers |
▪ |
Privacy |
▪ |
Persoonlijke veiligheid van consumenten en/of eindgebruikers |
▪ |
Veiligheid en gezondheid |
|
▪ |
Veiligheid van een persoon |
|||
▪ |
Bescherming kinderen |
|||
▪ |
Sociale inclusie van consumenten en/of eindgebruikers |
▪ |
Toegang tot producten en diensten |
|
G1 Zakelijk gedrag |
▪ |
Bedrijfscultuur |
||
▪ |
Bescherming van klokkenluiders |
|||
▪ |
Corruptie en omkoping |
▪ |
Preventie en opsporing, incl. opleiding |
|
▪ |
Incidenten |
Overige gerelateerde onderwerpen
Sommige onderwerpen zijn in de dubbele impactbeoordeling binnen de ESRS-systematiek niet materieel, maar hebben op grond van ontwikkelingen en/of verantwoordelijkheid van Alliander wel relevantie voor het jaarverslag. Ook kan het vanuit wettelijke verplichtingen of vanuit een stakeholderbelang noodzakelijk zijn om te rapporteren. Deze onderwerpen blijven buiten de duurzaamheidsverklaring, maar kunnen wel deel uitmaken van andere delen van het jaarverslag of kunnen onderdeel zijn van toelichting in een bijlage.
Stap 6: implementatie
Per ESRS-standaard is beoordeeld welke informatie materieel is voor duurzaamheidsverklaring. Dit proces is per thema doorlopen. Niet alle informatie of datapunten waren direct beschikbaar. Bij ontbrekende informatie hebben we ingeschat welke acties nodig zijn om aan de ESRS-vereisten te kunnen voldoen. Waar mogelijk is sprake van infasering in een volgend verslag. Daarnaast hanteert Alliander bedrijfsgerelateerde indicatoren die we, indien relevant voor de verantwoording, opnemen in de duurzaamheidsverklaring. De door de RvB vastgestelde materialiteit van onderwerpen is de basis van de inhoudelijke inrichting en sturing van het jaarverslagproces. Aan de hand van de dubbele materialiteitsanalyse hebben we vastgesteld hoe we onderwerpen uitwerken en waar zij in het verslag aan de orde komen. Dit is afgestemd met de RvB. Vervolgens hebben we per thema de informatie uitgevraagd bij interne contentleveranciers. Organisatieonderdelen hebben in samenwerking met verantwoordelijke afdelingen het rapportageproces voorbereid en de afspraken over validatie en verificatie van data vastgelegd.