Duurzame organisatie

Ons maatschappelijk beleid behoort tot het fundament van onze besturing: Alliander is toekomstbestendig door het stimuleren van een veilige, kostenbewuste, duurzame en inclusieve organisatie. Onze maatschappelijke doelstellingen richten zich op het faciliterend vermogen van ons energienet voor duurzame energie, onze CO2-uitstoot, circulair materiaalgebruik, onze inspanningen op het gebied van biodiversiteit, een diverse en inclusieve bedrijfscultuur en onze kwaliteit als werkgever. Het thema diverse en inclusieve bedrijfscultuur beschrijven we in het hoofdstuk Een aantrekkelijke en inclusieve werkgever met gelijke kansen voor iedereen

Een klimaatneutrale bedrijfsvoering in 2023

Alliander heeft in 2023 mede dankzij groencertificaten conform doelstelling een klimaatneutrale bedrijfsvoering bereikt. Dat wil zeggen dat we in 2023 per saldo geen CO2 hebben uitgestoten als gevolg van onze netactiviteiten, kantoren en voertuigen. Dit is de afgelopen jaren bereikt door CO2-emissies te verminderen en te vergroenen. Ons wagenpark wordt steeds meer elektrisch, het energieverbruik van onze gebouwen daalt, we sturen op beperking van onze netverliezen voor elektriciteit en deze worden verder vergroend.

In 2023 is de uitstoot van onze directe bruto-emissies helaas gestegen ten opzichte van 2022 en is hoger dan de doelstelling voor 2023. Dit komt onder meer door de toename van onze netverliezen (grootste deel van onze voetafdruk). Stijging van onze netverliezen hangt samen met een zwaardere belasting van onze componenten; door teruglevering wordt een kabel dubbel belast. Daarnaast zijn we gestart met het standaard zwaarder belasten van onze kabels om ruimte te maken op het elektriciteitsnet. Onze emissies zijn ook gestegen door de inkoop van netverliezen met een hogere CO2-emissiefactor (minder groen).

Emissies in onze keten

In 2023 hebben we de ketengerelateerde ‘scope 3'-emissies van CO2 bepaald. Dit zijn emissies bij onder meer onze leveranciers in het maken, transporteren en leveren van diensten en producten. Als organisatie hebben wij indirect invloed op de uiteindelijke omvang van deze emissies. Ze vallen dan ook buiten onze eigen interne klimaatdoelstelling. We zien dat in 2023 de ketengerelateerde emissies 515 kiloton CO2 bedragen. Dit is 21% hoger dan onze directe bruto-emissies onder scope 1 en 2. De CO2-uitstoot is een criterium in veel van onze aanbestedingen (gebouwen, leasepartner, componenten). In 2023 zijn we gestart met een verkenning naar een passende ambitie voor onze scope 3-emissies. Hierbij zien we dat partijen in onze sector scope 3-emissies op verschillende manieren berekenen en dat de kosten voor volledige vergroening hoog kunnen zijn. In 2024 doen we een voorstel voor een betere sectorsamenwerking en een mogelijke gezamenlijke ambitie. Ook zijn we van plan dan over gasgerelateerde uitstoot te rapporteren als onderdeel van nieuwe CO2-methodiek.  

Uitstoot per scope, omgerekend naar CO2-equivalenten (CO2e)1
  • 1Om de invloed van de verschillende broeikasgassen te kunnen optellen, worden emissiecijfers omgerekend naar CO2-equivalenten, ofwel de mate waarin een gas bijdraagt aan het broeikaseffect. Eén CO2-equivalent staat gelijk aan het effect dat de uitstoot van 1 kg CO2 heeft. Bijvoorbeeld de uitstoot van 1 kilogram methaan (CH4) staat gelijk aan 25 CO2-equivalenten. De GWP’s van fluorhoudende gassen variëren nogal en kunnen zeer groot zijn. Bijvoorbeeld 1 kilogram zwavelhexafluoride (SF6) staat gelijk aan 22.800 CO2-equivalenten.

Trendmatige ontwikkeling CO2-uitstoot

Gerubriceerde bruto CO2-uitstoot met trendlijn netto CO2-uitstoot1
  • 1De resultaten van de bruto CO2-uitstoot en vergroeningen voor de jaren 2019 - 2022 zijn herberekend op basis van de meest recente emissiefactoren en het voortschrijdend inzicht in de totale netverliezen van elektriciteit en gas in het jaar 2022.

Interne CO2-prijs verhoogd

Voor het afwegen van onze investeringen op duurzaamheid werken wij sinds 2021 met een hogere interne CO2-prijs. Energiebesparing of het verminderen van methaan-lekkages wordt op deze manier hoger gewaardeerd. De hogere CO2-prijs is onderdeel van een sectorbrede afspraak tussen alle netbeheerders. Deze is geïnitieerd en gecoördineerd door Liander. De ACM heeft de prijsafspraken tussen de netbeheerders in februari 2022 na intensief overleg goedgekeurd. Alle Nederlandse netbeheerders hebben de rekenprijs in 2023 verhoogd van € 100 naar € 150 per ton CO2. De netbeheerders onderzoeken de mogelijkheden om de rekenprijs de komende jaren verder te verhogen. De hogere CO2-prijs dwingt ons scherper te kijken naar alle risico’s die zijn gelinkt met broeikasgasemissies, zoals vervangingsinvesteringen van (oude) kabels, transformatoren en SF6-emissies. Daarnaast helpt het ons in aanbestedingstrajecten leveranciers objectief te beoordelen op de CO2-prestatie van componenten.

Uitstoot door net- en gaslekverliezen

Onze bruto-uitstoot van CO2 van de eigen organisatie wordt voor 96% veroorzaakt door net- en lekverliezen, die grotendeels ontstaan bij het distribueren van elektriciteit en gas. De netverliezen kostten ons in 2023 € 330 miljoen en zijn slechts in beperkte mate te beïnvloeden. Niettemin proberen we elk jaar zowel onze technische als administratieve netverliezen te verminderen, onder andere door te werken met de genoemde interne CO2-prijs. Het percentage netverlies betreft een nauwkeurige benadering.

Aandeel netverlies ten opzichte van de totale invoer

Vergroenen van netverliezen met duurzaam opgewekte energie

Alliander vergroent zijn netverliezen voor elektriciteit met behulp van opwek van additionele duurzame energie in Nederland. In 2023 hebben wij 297 kiloton van onze totale netverliezen vergroend met Garanties van Oorsprong en daarnaast 27% van het elektrische netverlies als groene stroom ontvangen. Wij hebben bewust de keuze gemaakt om de inkoop van onze netverliezen stapsgewijs verder te vergroenen met stroom uit investeringen in hernieuwbare bronnen. Hiermee bereiken we dat ons netverlies CO2-arm wordt en ondersteunen we de groei van duurzame energieopwekking. In 2023 hebben we met het effectueren van gecontracteerde additionele groencertificaten 100% van het totale netverlies elektriciteit verduurzaamd met Nederlandse windcertificaten. Netverlies voor gas is 100% verduurzaamd met EU Gold Standard-certificaten.

24/7 matching

Alliander erkent dat vergroening van ingekochte elektriciteit middels Garanties van Oorsprong geen rekening houdt met de gelijktijdigheid van opwek en verbruik. Omdat het elektriciteitsnet op ieder moment in balans moet zijn, is het voor het systeem gunstig wanneer netgebruikers zich inspannen om de timing van hun verbruik en (ingekochte) opwek op elkaar af te stemmen. Dit concept wordt 24/7 matching genoemd. 

24/7 verbruik en herkomst ingekochte elektriciteit Alliander1

  • 1Elektriciteit opgewekt uit fossiele en niet-fossiele (duurzame) bronnen komt afhankelijk van productie beschikbaar voor gebruik. De grafiek toont op kwartierbasis in welke mate het verbruik van Alliander gelijktijdig wordt voorzien door duurzame energiebronnen (uit zon op eigen locaties en door inkoop doormiddel van GVO's van windopwek op land en zee). Inzichtelijk wordt dat er in de winterperiode vaak een tekort is aan duurzame energiebronnen. In de zomer is juist sprake van een ‘groen’ overschot. Alliander berekent met haar matchingmodel op kwartierbasis de matchingscore van opwek en verbruik voor elke door haar verbruikte kWh. 

Over 2023 hebben we met behulp van de ENTRNCE Matcher de matching score van Alliander uitgerekend op basis van verbruik via netverliezen, elektriciteitsgebruik in kantoren en (EV-)mobiliteit. Deze zijn afgezet tegen de eigen opwek uit zon op dak en ingekochte wind via Garanties van Oorsprong. De matching is gedaan op kwartierbasis om in lijn te zijn met de Nederlandse elektriciteitsmarkt. Het resultaat over 2023 is een matching score van 61,0%. We zijn van plan te onderzoeken hoe we de komende jaren deze score kunnen verhogen door bijvoorbeeld diversificatie van opwektechnologie van ingekochte stroom of door het toevoegen van opslag of vraagsturing.

Technische netverliezen

De totale omvang van de technische netverliezen elektriciteit is in 2023 met 14% gestegen ten opzichte van 2022. Deze toename is vooral toe te schrijven aan verhoogde belasting van het net in vergelijking met 2022 door toename van lokale duurzame opwek en netcongestie. Dat resulteert in een hoger netverlies. We verwachten de komende jaren een verdere toename van teruglevering van duurzame energie en het voorlopig nog voortduren van congestieproblemen. Dit zal uiteindelijk leiden tot een hogere belasting van onze netten en daarmee een hoger netverlies. De omvang van onze gasgerelateerde netverliezen is 35% gestegen ten opzichte van 2022. In de komende jaren wordt de CO2-equivalent van een kubieke meter gas verhoogd. We houden daarom rekening met een hoger te rapporteren bruto CO2-uitstoot voor deze categorie in de toekomst.

Administratieve netverliezen

Administratieve netverliezen ontstaan onder meer door energiefraude, bijvoorbeeld het illegaal aftappen van energie voor hennepkwekerijen of het ontbreken van contracten bij nieuwe of bestaande aansluitingen. Door de hoge energieprijzen is in 2023 vooral scherp gekeken hoe de impact hiervan zoveel mogelijk beperkt kan worden. Afsluitingen en ontbreken van contracten leiden automatisch tot hoger administratief netverlies bij de netbeheerder. Door de maatregelen van de Rijksoverheid en samenwerking tussen leveranciers en netbeheerders is het aantal afsluitingen en contractloze aansluitingen beheersbaar gebleven.

Voor het opsporen van fraude zijn we mede afhankelijk van de focus en inzet van politie en justitie met wie we samenwerkingsafspraken hebben. We werkten in 2023 verder aan de verbetering van het constateren van fraude en het innen van geleden schade door het ontbreken van contracten bij nieuwe of bestaande aansluitingen. In 2023 hebben we meer administratief netverlies teruggehaald.

Uitstoot gebouwen

Het CO₂-verbruik in onze kantoren en gebouwen is gedaald ten opzichte van 2022, vooral door minder gasgebruik. Dit komt mede doordat we in 2023 na ruim 100 jaar de gasgestookte locatie aan de Spaklerweg hebben verlaten. In mei werd de vervangende kernlocatie Westpoort in gebruik genomen. Westpoort is met zijn houten constructie een kantoor van de toekomst: hout is volledig hernieuwbaar, houdt CO₂ vast, is licht van gewicht waardoor ook voor bijvoorbeeld de fundering minder materiaal nodig is. Door duurzame opwek van energie, onder andere met zonnepanelen en een warmte-koude opslag (WKO), wordt de locatie energieneutraal. Een energielabel is in de maak. Ook de gerenoveerde locaties in Doetinchem (juni) en Leeuwarden (oktober) zijn in gebruik genomen. Deze locaties zijn nu ook gasloos. Voor beide locaties hebben we BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw)-berekeningen laten uitvoeren en zijn labels in de maak. Inmiddels is 67% van onze panden van het gasnetwerk af.

De ingekochte energie voor gebouwen is volledig vergroend via Garanties van Oorsprong. De komende jaren staat nog een aantal locaties op de planning om te verduurzamen. Zo willen we de panden in Alkmaar en Leiden gasloos maken. Het gasloos maken heeft wel een stuwend effect op het elektriciteitsverbruik. Ook zien we dat er meer en meer elektrisch gereden wordt, waardoor er op onze locaties meer geladen wordt.

Uitstoot mobiliteit

Alliander heeft de afgelopen jaren stappen gezet in de verduurzaming van mobiliteit. De volledig elektrische auto wordt voor zakelijk gebruik de norm. Sinds juli 2023 kunnen medewerkers met een leaseauto alleen nog kiezen voor een 100% elektrische auto. Afgelopen jaar is het aandeel elektrische auto’s in ons wagenpark gestegen naar 29,6% (+5,2% ten opzichte van 2022). We verwachten dat in 2030 ons wagenpark van leaseauto’s rijdt op volledig fossielvrije energie.
Verder zijn we in 2023 gestart met de elektrificatie van bedrijfsbussen. Inmiddels rijden circa 40 monteurs en technici in een elektrische bus. Zij doen mee aan een programma voor koplopers in elektrisch rijden met bedrijfsbussen. Dit biedt ons de gelegenheid om ervaring op te doen en te leren van het rijden met elektrisch aangedreven bussen. Alle medewerkers van Alliander hebben een NS Businesscard waarmee ze voor het werk met het openbaar vervoer kunnen reizen. Daarbij is ook afgesproken dat de vergoeding voor woon-werkkilometers met de auto of fiets vergelijkbaar moeten zijn met de gemiddelde kosten per kilometer van openbaar vervoer 2e klas. Daarom is de reiskostenvergoeding al in 2022 tijdelijk verhoogd naar 19 cent per kilometer. Voor dienstreiskilometers ging de tegemoetkoming omhoog van 19 naar 28 cent per kilometer. In 2023 hebben we de reiskostentegemoetkoming verlengd. 

Voetafdruk IT-middelen

Onze ICT-voorzieningen zorgen voor een groot deel van het elektriciteitsgebruik en de CO2-uitstoot van Alliander. De metingen over 2022 zijn medio 2023 gepubliceerd, medio 2024 volgen de cijfers over 2023. Datacenters leverden in 2022 de grootste bijdrage aan de totale CO2-footprint (77%), gevolgd door computers (10%) en decentrale netwerken (10%). De digitaliseringsorganisatie van Alliander treft maatregelen om het energiegebruik en de CO2-uitstoot van de ICT te verkleinen. De focus ligt daarbij op de apparatuur in de kantoren, de datacenters van Alliander, cloudservices en apparatuur op thuiswerkplekken die door Alliander verstrekt of geregistreerd zijn. In 2022 kwam de voetafdruk uit op 2.217 ton CO2. Omdat in 2022 voor het eerst ook het energiegebruik van de operationele techniek-datacenters hebben meegenomen in de metingen, is de totale CO2-footprint niet te vergelijken met voorgaande jaren. Om de uitstoot te verlagen hebben we in 2023 onder meer de efficiëntie van de datacenters verbeterd en desktopcomputers vervangen door laptops en andere zuinigere systemen. We faseren desktopprinters en faxen zo veel mogelijk uit en vervangen onzuinige multifunctionele printers door zuinigere types.

Hoogste trede op CO2-prestatieladder

De aanpak en vermindering van onze klimaatvoetafdruk toetsen we aan de criteria van de CO2-prestatieladder. Inmiddels presteren we al meerdere jaren op het hoogste niveau. Dit is een bewijs van inzicht en borging van maatregelen van:

  • De eigen voetafdruk (niveau 1)

  • De mogelijke reductiemaatregelen (niveau 2)

  • De competentie om deze maatregelen echt uit te voeren (niveau 3)

  • Transparantie van inzichten (niveau 4)

  • Innovaties met ketenpartners (niveau 5)

CO2-prestaties zijn een beoordelingscriterium bij aanbestedingen. We beschikken over de CO2-inventaris van onze belangrijkste leveranciers en we committeren ons aan het CO2-reductieprogramma van de overheid. In 2023 zijn werking en reikwijdte van ons certificaat tussentijds door onze certificerende instelling extern beoordeeld en bevestigd.

Emissies lucht 

Alliander heeft naast aandacht voor CO2-uitstoot ook aandacht voor de uitstoot van andere (non-green house) stoffen in de lucht. Denk daarbij aan stikstof (NOx), zwaveloxiden (SOx), fijnstof (PM2,5 en PM10), chloorhoudende stoffen en gehalogeneerde koolwaterstoffen (CFC-x, Halon-x, CCl4, HFC-x). Uit het in 2023 uitgevoerde onderzoek naar uitstoot van deze stoffen blijkt dat de emissiestoffen fijnstof, NOx, SOx en CO het meest relevant zijn voor Alliander. De bedrijfsactiviteiten met de grootste impact op de onderzochte emissies zijn transport en netverliezen. Benzine voor transport is de grootste emissiebron voor fijnstof en CO. Netverliezen zijn de grootste emissiebron van NOx en SOx. Geadviseerd is om een verdiepend onderzoek uit te voeren naar de grootste emissiebronnen. De adviezen voor emissiereductie zijn voor een groot deel gelijk aan CO2-reductie maatregelen. Aansluiting zal worden gezocht bij de bestaande GHG (CO2)-aanpak. De conclusies van dit onderzoek worden in 2024 doorgesproken, inclusief het rekenmodel dat aansluit op het impactmodel van Alliander. Van daaruit wordt in 2024 een plan van aanpak opgesteld.

Emissies bodem 

Een groot deel van de energienetwerken van Alliander ligt in de bodem. Bij het beheer van die netwerken kunnen bodemverontreinigingen ontstaan. Sinds 2018 is bekend dat kleine langdurige gaslekken kunnen leiden tot bodemverontreiniging met benzeen. Sindsdien zijn vanuit Netbeheer Nederland met inbreng van Alliander meerdere onderzoeken uitgevoerd om de aard, omvang en risico van die verontreinigingen voor medewerkers en de fysieke leefomgeving te bepalen. Op basis van de onderzoeken is in 2022 een handelingskader ‘Benzeenverontreiniging in de bodem als gevolg van gaslekken’ opgesteld. Dit handelingskader is de leidraad voor Alliander hoe om te gaan met mogelijk benzeenverontreinigingen als gevolg van gaslekken. Een andere vorm van bodemverontreiniging wordt veroorzaakt door oliedrukkabels. Oliedrukkabels zijn in het verleden gebruikt voor het transporteren van hogere spanningen (>50 kV). De olie zorgt voor elektrische isolatie. Beschadiging van de mantel van een oliedrukkabel kan leiden tot lokale bodemverontreiniging. Om de bodemverontreinigingen te voorkomen, heeft Alliander een beleid om schade aan de oliedrukkabels te beperken en om eventuele lekkages op te sporen en de gevolgen ongedaan te maken.

Science-based targets

Science-based targets zijn bedrijfsdoelen die in lijn zijn met het tweegradenscenario van het klimaatakkoord van Parijs. In 2023 hebben we veel voorbereidingen getroffen om ons aan te melden bij het Science Based Target Initiative (SBTi) voor verificatie in 2024. In 2020 is al vastgesteld dat het CO2-reductiebeleid van Alliander voor scope 1- en scope 2-emissies in lijn ligt met de Science-based targets. Deze doelstelling kan worden omgerekend naar de maximale CO2-uitstoot per sector en naar de maximale CO2-uitstoot per bedrijf. Dit heet de Sectoral Decarbonization Approach. Voor Alliander betekent dit concreet dat we in lijn met ons huidige CO2-reductiebeleid voor dit scenario in totaal circa 21% CO2 voor 2025 moeten reduceren en 42,4% CO2 voor 2030 ten opzichte van 2020. Voor de definitieve verificatie dienen we aanvullend in 2024 onze ambities te bepalen op de scope 3-emissies.  

Klimaatrisico’s en adaptatie

TCFD

Alliander ambieert toekomstbestendig te zijn. Onderdeel hiervan is het omgaan met de risico's en kansen die klimaatverandering met zich meebrengen. Dit kan gaan om fysieke risico’s, bijvoorbeeld overstromingen, maar ook om bedrijfseconomische effecten zoals wijzigingen in het fiscale regime. Hiervoor gebruikt Alliander de richtlijn van de Taskforce on Climate related Financial Disclosures (TCFD) als vertrekpunt. In het verlengde hiervan maken klimaatrisico’s sinds 2021 deel uit van het Alliander risicoraamwerk: zo zijn klimaatrisico’s meegenomen in de jaarlijkse risicosessie met de RvB. 

Uitkomsten 2023 en vervolg

De uitkomsten van de risicosessie in 2023 duiden op een mogelijk groot risico voor beschadiging en het verloren gaan van bedrijfsmiddelen door overstroming. Effecten van droogte en hitte kunnen eveneens een risico voor (de continuïteit van) onze operatie betekenen. Tijdens analyse van de resultaten zijn we tot inzicht gekomen dat er meer onderzoek nodig is naar klimaatscenario’s om de inschatting van mogelijke risico’s als gevolg van klimaatverandering verder te verfijnen. Onder de vlag van Netbeheer Nederland onderzoekt een werkgroep Klimaatadaptatie de potentiële fysieke effecten van klimaatverandering op netwerkcomponenten en energie-infrastructuur. Ook ontwikkelt zij voorstellen voor klimaatadaptieve maatregelen. Dit ligt in lijn met de aanbeveling van de TCFD. 

Fysieke risico’s en kansen

Fysieke risico’s zijn vooral het gevolg van keteneffecten bij extreme weersomstandigheden en overstromingen. Dit betreft mogelijke schade aan eigen componenten of bovengrondse hoogspanningsmasten van TenneT. Gezien de lage ligging van een deel van onze verzorgingsgebieden vormt ook zeespiegelstijging een risico. Wanneer we vaker te maken krijgen met hogere temperaturen, leidt dit bovendien tot meer elektriciteitsverbruik door meer koeling van huizen en bedrijven.

Transitierisico’s en kansen

Onze netwerken zijn een noodzakelijke schakel voor de transitie naar een duurzame energievoorziening. Transitiekansen gaan over de groeiende elektrificatie van de samenleving en de groei van invoeding van groen gas in onze netwerken. Transitierisico’s betreffen de noodzakelijke snelheid van realisatie van onze opgaven en de uitfasering van de gasinfrastructuur.

Fysieke risico's

Mogelijke effecten

Extreem weer zoals droogte, hitte, branden en grote regenval

Schade aan infrastructuren
Uitval van energie
Schade bij leveranciers, in energieketen en transportinfrastructuur

Zeespiegelstijging

Schade energieketen, bedrijfsmiddelen en bij klanten

Stijging gemiddelde temperatuur

Schade aan bedrijfsmiddelen
Schade door plagen door dieren
Meer vraag naar koeling

Transitierisico's

Mogelijke effecten

Technologische innovatie en marktveranderingen

Afname van aardgasdistributie in onze netwerken in combinatie met warmtetransitie op andere bronnen
Beperkingen in beschikbare arbeidskrachten
Steeds meer consumenten worden prosument
Elektrificatie van de samenleving
Energie-opslag
Kansen voor waterstof

Veranderingen in beleid en regulering

Kostenverdeling van energietransitie
CO2-beprijzing

Biodiversiteit

In onze bouw- en aanlegactiviteiten zijn we op basis van de Wet op Natuurbescherming al gebonden aan ruimtelijke voorwaarden. Hiernaast willen we ons extra inspannen om in onze geplande operationele processen schade aan biodiversiteit te minimaliseren dan wel te herstellen. Zo werken we aan standaarden voor het duurzaam ontwerpen van elektriciteitsstations. Na een succesvolle pilot met maaibeheer met schapen hebben we dit in 2023 structureel ingebed in het maaibeleid van het station Westwoud. De proef met het verschralen van de grond binnen de schakeltuinen is in 2023 voortgezet. Het maaibeleid voeren wij met betrokkenheid van de Vlinderstichting uit.

Implementatie van biodiversiteit

We willen dat onze infrastructuur vanaf 2030 een positieve waarde levert aan biodiversiteit. Om dit te realiseren hebben we onze interne organisatie verbeterd om hier naartoe te kunnen werken. Naturalis en Impact Institute hebben dit jaar een besturingsmodel ontwikkeld hoe een organisatie als Alliander biodiversiteit zou moeten verankeren in de organisatie en sturen op resultaten. Dit besturingsmodel wordt aangeboden aan de sector, zodat zij daar ook hun voordeel mee kunnen doen. Aanvullend hebben we een analyse gestart om te onderzoeken waar en hoe groot de impact van Alliander op biodiversiteit is. Tot slot is in 2023 is een Inspiratiegids opgeleverd die een overzicht levert van een reeks van succesvolle voorzieningen die biodiversiteit bevorderen en die inzicht geeft in mogelijkheden om de energie-infrastructuur meer natuurinclusief te maken. Deze gids wordt aangeboden aan de sector om toe te kunnen werken naar een sectorale norm.

Ecologische Hoofdinfrastructuur

Alliander participeert in een bredere coalitie van infrabedrijven die kansen ziet om eigen areaal in te richten en te verbinden ten behoeve van grootschalig natuurherstel. In totaal beheren de nationale infrabedrijven zo'n 900 km2 grond. Samenwerking op biodiversiteit heeft hierdoor nationale impact. Het project Ecologische Hoofdinfrastructuur is in 2020 gestart. In 2023 heeft de samenwerking een nieuwe dimensie gekregen met de Agenda Natuurinclusief. Deze agenda, bedoeld voor natuurherstel voor alle niet-Natura 2000 gebieden, is een initiatief van onder meer het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het IPO. Alliander zal de Agenda Natuurinclusief in 2024 tekenen.